Alternatieve locatie woonwagenbewoners (Gemeenteraad 09 februari 2021)

Momenteel worden een aantal residentiële woonwagenbewoners gedoogd op de De Bruynkaai. Binnen de toekomstplannen van deze site is er echter daarvoor geen plaats meer. Het college heeft de ambitie een residentieel terrein te voorzien voor 10 à 15 standplaatsen.

Voor deze woonvorm werd in het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan onder meer aangegeven dat de site voldoende aanbod basismobiliteit (openbaar vervoer) moet hebben en goed bereikbaar moet zijn voor bewoners die zich minder gemakkelijk zelfstandig kunnen verplaatsen. Verder zou een geïntegreerde ligging in het “fysiek stedelijk en mentaal maatschappelijk weefsel van de woonomgeving” de kansen verhogen voor de bewoners om zich te kunnen integreren in de plaatselijke gemeenschap.

De administratie heeft een onderzoek gedaan naar geschikte percelen in eigendom van stad of OCMW en stelde volgende sites voor, voor een oplossing op korte termijn (tegen de start van de werken aan het kruispunt Mechelse poort):

  • te Sint-Gillis: in de Weidestraat, Watertorenstraat, Beekweidestraat, Hemelstraat, Veldstraat, Blauwe Steenstraat en Vlietbergstraat;
  • in Grembergen: de Sportpleinstraat;
  • het centrum: de Tuinwijk.

Deze sites werden terecht niet weerhouden door het college. Wel wenst het college de site Kerselarenbrugwegel hiervoor in te richten, samen met een depot voor het stadsmuseum en wat buurtgroenvoorziening en groenbuffering.

We hebben echter serieuze bedenkingen bij deze keuze. Sint-Gillis is de deelgemeente met de hoogste densiteit, kent het hoogste inwonersaantal, weinig groen en veel noden in het socio-culturele weefsel. Wij maken ons dan ook sterk dat de site kwalitatiever en maatschappelijk nuttiger ingevuld kan worden.

Deze site is bovendien niet gelegen in woongebied, waardoor er een ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP) moet opgemaakt worden. Wel is de site gelegen in gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen, aanpalend aan een voetbalterrein. Er wordt gesteld dat het AGB geen uitbreidingsnoden heeft op deze site. Het is evident dat toekomstige sportinfrastructuur maximaal geclusterd zal worden op de site Van Langenhovestraat. We horen echter steeds meer dat de noden van de sportclubs de draagkracht van de site Van Langenhovestraat zal overschrijden.

Wij wensen dan ook enkele pertinente vragen te stellen omtrent de plannen van het college:

  • Het college wenst geen tijdelijke locatie te voorzien op eigen percelen, enkel een permanente. Aangezien de permanente locatie niet gebruiksklaar kan zijn tegen dat de woonwagenbewoners de De Bruynkaai moeten verlaten, zullen zij sowieso elders plaats moeten zoeken. Wat is dan nog de urgente nood hieromtrent?
  • Het college zou de sociale huisvestingsmaatschappijen en intercommunale DDS bevragen omtrent een tijdelijke locatie. Wat is hier uit de bus gekomen? Zijn er op die percelen geen mogelijkheden tot definitieve vestiging?
  • Het stadsbestuur voerde in het verleden volgende communicatie: “het stadsbestuur zal hieromtrent geen actieve rol spelen en verwijst naar belangengroepen voor de inrichting van een terrein”. Vanwaar komt de wijziging in het beleid?
  • Zijn er geen plaatsen vrij op reeds bestaande woonwagenterreinen in de omgeving?
  • Zou het niet van goed bestuur getuigen om de site Kerselarenbrugwegel even achter de hand te houden om aan noden op vlak van sportinfrastructuur, die niet op de site Van Langenhovestraat kunnen ingevuld worden, te voldoen?
  • Zijn er hangende en vooral prangende niet-ingevulde noden vanuit het socio-culturele weefsel die hier ingevuld kunnen worden?
  • De dienst gebouwen stelt dat de site Kerselarenbrugwegel “ruimtelijk geïsoleerd gelegen” is. Anderzijds wordt er op gewezen dat moet gestreefd worden naar “een geïntegreerde ligging in het fysiek stedelijk en mentaal maatschappelijk weefsel van de woonomgeving” Hoe wordt deze discrepantie gemotiveerd en verklaard?
  • Zal de locatiekeuze voor een eventuele definitieve inrichting voor een terrein van woonwagenbewoners gebeuren via participatie? En zo ja, participatie van wie?

Interpellant: Laurens Hofman